Filosofietje
Sacred Tooth ofwel de Natuur als Leermeester
Ongeveer 2500 jaar geleden stierf de leermeester in levensfilosofie Gautama Siddarta Budda.Tijdens zijn crematie heeft de devote leerling Kemo Thoro, de linker hoektand uit de bovenkaak geëxtraheerd voordat deze door het vuur verzengd zou worden. Na veel omzwervingen moet het relikwie uiteindelijk zo’n 2000 jaar later geroofd en vernietigd zijn.
De inventieve monniken hebben echter een tand nagemaakt uit ivoor die tot op de dag van vandaag als heilige tand wordt bewaard en aanbeden in de “Tempel van de Tand” in de plaats Kandy op het eiland Sri Lanka. Opvallend is dat de kunsttand inmiddels al bijna 500 jaar functie doet als de Èchte tand van Budda en bij wijze van origineel als zodanig geaccepteerd wordt. De dienaren van de Tempel beweren dat zelfs de grootste diamant die er te vinden is, nooit de waarde zou kunnen vertegenwoordigen van een enkele tand in de kaak van een mens.
Toch lijkt het er op dat er in de schrijn van het relikwie een valse tand ligt die vereerd en bewonderd wordt alsof het de meest bijzondere schat op aarde is. Doordat de echte tand niet meer zou bestaan heeft het relikwie zijn aantrekkingkracht op rovers verloren, echter de twijfel, of het nu wel of niet het origineel is, wordt door de buddisten in stand gehouden, hier enige uitspraak over doen is zelfs taboe.
In deze “status Quo” zit een bijzonder geraffineerd psychologisch mechanisme verborgen. Zou het kunstmatig relikwie toch gestolen worden, dan volgt hierop eenvoudig de ontkenning en geheimhouding door de monniken die hem bewaken.
De schurken die met hun buit in de openbaarheid komen worden automatisch in een driedubbel kwaad daglicht gesteld, n.l.: diefstal, fraude en bovenal heiligschennis. Vervolgens zou er een nieuw relikwie uit ivoor gesneden kunnen worden, of juist niet, omdat men het ook niet hoeft het te tonen. Sterker nog, een heilig relikwie mag door gewone mensenogen niet aanschouwd worden, dat is alleen weggelegd voor ingewijden en die mogen natuurlijk nooit toegeven dat er misschien helemaal niets ligt.
Het relikwie is bestand geworden tegen de tand des tijds, door onzichtbaarheid.
De motieven van Kemo Thoro zijn vooralsnog niet duidelijk maar laten wij aannemen dat emotie aan zijn handelen ten grondslag heeft gelegen. Hij lijkt hier bewust een principiële fout gemaakt te hebben, omdat volgens de leer van zijn meester het ware geluk niet in het materiële maar in het mentale te vinden is. Was het zelfopoffering, deze fout er voor over te hebben om toch een klein duurzaam deel van het lichaam van zijn meester in het hier en nu te behouden?
Het is niet zelfopoffering waar een monnik het geluk in vindt maar vooral de arbeid, met name de vergetelheid door concentratie, het opgaan in het werk als meditatie. Het is juist deze mentaliteit, het niet aflatend werken aan een zo goed mogelijk product, dat zijn vruchten zal afwerpen en het geluk en de vreugde zal doen vinden.
Een veel geoefende bezigheid door buddistische monniken is het met meerdere kleuren zand gecompliceerde geometrische figuren aan brengen op een stenen vloer, een z.g.n. “ zandmandala”. Zij kunnen uren achtereen in rituele meditatie zichzelf hierin verliezen, om uiteindelijk na het voltooien met simpele handbewegingen de gedane arbeid uit wissen. Het werk is niet meer te zien (net zoals het werk van een tandtechnicus na plaatsing in de mond, niet te zien zou mogen zijn). Als het vastgelegd was en nog waar te nemen na voltooiing, zou het aan interpretatie onderhevig zijn en uiteindelijk aan kunnen zetten tot frustratie of ijdelheid.
Niet het resultaat, maar de arbeid is het doel.
Zonder deze opvatting uit het oog te verliezen, moeten wij ons realiseren dat het grootste deel van onze werkzaamheden op functionaliteit gebaseerd is. Alles is onderhevig aan de tand des tijds, alles gaat uiteindelijk aan slijtage teloor. Als wij dat willen, kunnen we in al deze gegevens een opdracht ontdekken met een filosofische gedachte.
In de tandheelkunde vinden we alleen maar werkzaamheden die functionaliteit als grondslag hebben. Er vindt een slijtageslag plaats waarbij medisch voortschrijdend inzicht en technologische ontwikkelingen het op nemen tegen de vernietigende krachten die het kauwapparaat voortbrengt in combinatie met de destructieve invloeden van voedselresten, bacteriën en soms zeer agressief bijtende stoffen.
Medisch inzicht en techniek in dezen, zijn twee fenomenen die onverbrekelijk afhankelijk van elkaar zijn. Zij dienen het doel beschadigde en verloren gegane gebitselementen en delen van het gebit te restaureren of te vervangen op een dergelijke wijze dat de werkzaamheden zo min mogelijk of helemaal niet meer waar te nemen zijn. ( dus niet te zien als ook niet te voelen) Dit vergt van alle betrokken een niet aflatende inzet om tot de gewenste resultaten te komen.
De belangrijkste leidraad is de natuur zelf.
Het onvermogend menselijk oog is niet altijd in staat belangrijke details in de natuur te herkennen, toch ontmaskert het gemakkelijk vervalsingen. De oorzaak hiervan ligt in het feit dat de natuur, ondanks zijn op zichzelf afwijkende grillige variaties, een algemeen beeld vertoond, waarin kunstmatige elementen snel opvallen, vaak door hun ‘levenloze’ voorkomen. Dit wordt vooral door het onderbewustzijn gesignaleerd als ‘ongezond’ of ‘ziekelijk’ en resulteert in onbewuste afkeer.
Indien er niet voortdurend gespeurd wordt naar wat de natuur ons als voorbeeld aanreikt kunnen we nooit komen tot resultaten die enigszins in haar schaduw kunnen staan.
Dat geld zowel voor de medische aspecten, de technische oplossingen als de morfologische en optische aanvaardbaarheid. Ook de materiaalkeuzes voor verschillende soorten restauraties zijn van bijzonder groot belang en dienen ook weer aan de natuur gespiegeld te worden, buiten dat zij hun duurzaamheid door de jaren heen bewezen moeten hebben.
Het verwezenlijken van goede restauraties komt voor het merendeel op noest handwerk aan. Vooral de voorbereiding, het preparaat om de restauratie passend op te maken is van het grootste belang.
Door de beperkte ruimte moeten soms zeer moeilijke compromissen gesloten worden om de sterkte van de restauraties te waarborgen, doch zoveel mogelijk weefsel te sparen en tegelijkertijd houvast te bieden. De duurzame soliditeit van de constructie is afhankelijk van de aanwezige of gecreëerde ruimte in combinatie met de gekozen materialen. Het bedekken en afsluiten van het geprepareerde weefsel heeft de hoogste prioriteit. Daarna volgt de constructie, het reinigbaar vermogen, de biomechanisch functionaliteit en tenslotte moet de vormgeving, oppervlaktestructuur, kleur en translucentie deze werkstukken doen overkomen als oorspronkelijke dentitie.
Binnen deze criteria wordt zoveel mogelijk gestreefd naar onzichtbaarheid.
Echter, de ontwikkelingen op medisch en technologisch gebied nemen op dit moment zo’n enorme vlucht, dat wij niet verbaasd moeten staan wanneer de tandheelkunde binnen afzienbare tijd de technische arbeid uit het laboratorium omruilt voor implanteerbare en/of uit kiemen ontwikkelde Èchte tanden en kiezen, die doormiddel van genetisch gemanipuleerde stamcellen van de specifieke patiënt, tot stand zijn gekomen.
De “reageerbuis-tand” zal in vele aspecten de voorkeur genieten ten opzichte van hand/machinaal gemaakte restauraties. Dit betekend dat al onze inspanningen, die uiteindelijk tot de ultieme tandvervanging geleid zullen hebben, na een aantal generaties niet meer in monden van patiënten terug te vinden zullen zijn.
Alleen dan zal het imiteren van de natuur in de tandheelkunde verleden tijd zijn en kan de monnik weer terug naar zijn zandmandala.
Georges du Buy